het ontstaan

 

Edelstenen (ook wel het gesteente aan het aardoppervlak genoemd) zijn op verschillende manieren ontstaan, geologen (dat zijn mensen die het aardoppervlak onderzoeken) hebben de edelstenen verdeeld in 3 hoofdgroepen.

1.      Afzettingsgesteentes

2.      Stollingsgesteentes

3.      Metamorfe gesteentes

Afzettingsgesteentes: afzettingsgesteentes zijn door wind en water gevormd, bijv. doordat zand, klei en schelpen in rivieren, meren of zeeën terechtkomen. Na een tijdje komen die dingen op elkaar te liggen, als dat dan een best lange tijd gebeurd dan vormen die lagen gesteentes. En zo krijg je dus een edelsteen.

Stollingsgesteentes: stollingsgesteente is altijd eerst vloeibaar (vloeibaar is het zelfde als lava in een vulkaan, dat is ook vloeibaar) en word daarna hard. Veel stollingsgesteentes ontstaan door een uitgebarsten vulkaan, want in die vulkaan zit lava, en als de vulkaan dan uitbarst komt die lava er uit en na een tijdje droogt dat dan op, en is het niet meer zo warm. En dan heb je dus al weer een gesteente.

Metamorfe gesteentes: metamorfe betekent veranderd. Metamorfe gesteentes ontstaan onder de grond, hitte en druk veranderen stollingsgesteentes. Die worden dan omhoog gedrukt en dan vormen ze bergen, daarom zie je op heel veel bergen soms ook wat glimmen. Dat is dan een edelsteen die nog niet bewerkt is. Als je dan een keer een berg ziet moet je goed kijken of je iets ziet glimmen. Dat zal dan vast een edelsteen zijn.